maandag 30 juli 2012

Sociale druk, met succes

Onlangs ben ik naar een trouw geweest van een goeie vriendin van me. Ik was uitgenodigd voor de ceremonie, de receptie en het avondfeest. En zoals het een echte trouw betaamt, was er ook eten voorzien. Dit was natuurlijk het onderdeel van de trouw waar ik het minste naar uitkeek. Een aantal vriendinnen weten wel van mijn eetmoeilijkheden, maar wat met de andere mensen waarmee ik aan tafel zou zitten??

Wel, uiteindelijk viel het -door een samenloop van verschillende dingen- allemaal nog mee! Tijdens de receptie had ik de menukaarten al snel bekeken, zodat ik toch al wat excuusjes zou kunnen bedenken om niets te eten. De menukaart was als volgt: het voorgerecht bestond uit parmaham met schijven meloen en een portosausje. Het hoofdgerecht was een trio (EEN TRIO!!) van vlees, namelijk lams, kalkoen en varkenshaasje met kroketjes en groentjes. Het vlees zou voorzien zijn van een tuinkruidensausje. Het nagerecht zag er voor mij veelbelovend uit én iets wat ik met plezier zou opeten: bolletjes ijs met verse vruchten en aardbeiencoulis! Hmmmm, vooral dan die bolletjes ijs!

Eenmaal aan tafel vroegen mijn vriendinnen (waarvan ik sommigen al jaren niet meer had gezien) of mijn eetgewoonten nog hetzelfde waren als vroeger. Ik probeerde het wat weg te lachen en S., een supervriendin, zei dat er nog niet zo veel veranderd was. Nu, als iemand dat zegt, voel ik me behoorlijk slecht. Zeker omdat ik de laatste tijd toch nieuwe dingen probeer! Ik probeerde mezelf te "verdedigen" door enkele nieuwe soorten eten op te sommen die ik had geproefd. Mijn vriendinnen reageerden heel positief en vonden het echt goed dat ik meer at dan vroeger. Een van de meisjes was geïnteresseerd in mijn "situatie" en stelde verschillende vragen: of ik gewoon weinig at of weinig lustte? Of ik dan niets wilde eten omdat ik niet wilde verdikken? Of ik altijd niets had gelust? Ik beantwoordde de vragen zo eerlijk mogelijk. Waarom ook niet? Als ze naast mij zouden zitten om te eten, mochten ze ook weten waarom ik niet veel zou eten!

Eindelijk werd het voorgerecht opgediend: de parmaham met meloen. Ik voelde de stress in me naar boven komen: hoe zou ik ook die drie gangen overleven zonder al te veel gekke blikken en vragende ogen? Want goed, mijn vriendinnen wisten nu al dat ik niet veel lust, maar de anderen aan tafel wisten dat helemaal niet! Ik besloot op dat moment, lichtjes "gedwongen" door de sociale druk, om toch maar iets van dat bord te eten. Parmaham was een no-go. No way in hell dat ik dat zou eten! De parmaham mocht ik gelukkig aan mijn buur geven, die had er wel zin in. Dan de meloen maar. Mijn god, dat waren toch wel erg grote schijven. Drie dan nog! Ok, alles of niets, ik ga ervoor! Ik sneed een stukje af met mijn mes en stak het stukje meloen dapper in mijn mond. De smaak was niet slecht, maar ook niet echt lekker. Nog een stukje dan en nog eentje en nog eentje.. En ondertussen bleef ik babbelen met mijn tafelgenoten; noem het maar een afleiding van het feit dat ik iets nieuws aan het eten was. Na twee schijven meloen gegeten te hebben, had ik er echt genoeg van. De smaak lag me ineens niet meer, vooral de nasmaak dan. Toch wel trots dat ik zomaar ineens twee schijven meloen heb gegeten! VICTORY IS MINE, zeg ik dan!

En dat overwinnend gevoel zou nog aangesterkt worden tijdens het hoofdgerecht. Trio van vlees, dat beloofde. Gelukkig waren die kroketjes er nog, die zou ik zeker en vast lusten! En daar was het hoofdgerecht: drie niet al te grote stukjes vlees met zes kroketjes en een bakje met groentjes. De sociale druk stak opnieuw de kop op. Iedereen begon vlijtig aan zijn vlees en groentjes te eten, dus ik voelde me wel genoodzaakt om toch iets te proberen. Ik wist dat ik vroeger graag varkenshaasje at en ik besloot om dat stukje vlees "aan te vallen". Maar hoe? Normaal at ik mijn vlees altijd in kleine stukjes gesneden en gemengd onder kroketten, maar dat kan ik toch niet doen op een chique trouw? Ik sneed een klein stukje van het vlees af en een groter stuk kroket. Voorzichtig en bang stak ik het in mijn mond. Knabbel knabbel en ineens: Dit is eigenlijk wel lekker! Die combinatie van het tuinkruidensausje en dat sappig stukje vlees met de kroket, lekker! Uiteindelijk at ik 1/3e van het vlees op met die 6 kroketjes. Weeral een grote overwinning voor mezelf en dat enkel door die sociale druk!

Het dessert was het enige waar ik echt naar had uitgekeken en dit viel eigenlijk tegen. De bolletjes ijs waren al eens ontdooid geweest en je voelde dus de kristallen in je mond. De aardbeiencoulis was echt niet lekker en ik hield me uiteindelijk alleen aan de verse vruchten op mijn bord: aardbeitjes en (dit heb ik nog maar pas geproefd) kersen en dat was het zo ongeveer.

Dit hele lange verhaal heeft dus ook nog een moraal, zoals het hoort. Hoewel sociale druk echt verschrikkelijk is voor een voedselneofoob, toch kan het af en toe ook positieve effecten hebben. Ik ben nog steeds trots op mezelf dat ik al dat eten heb geproefd. "Al dat eten", voor een niet-voedselneofoob klinkt het waarschijnlijk heel gek: "Je hebt ocharme een klein stukje vlees en een beetje meloen geproefd!". Maar voor mij was het de grootste overwinning in lange tijd! Dus liefste mede-voedselneofoben: laat een sociale situatie met eten je nooit afschrikken. Zelfs al lust je geen kruimel van op je bord, je zal je toch amuseren en een toffe avond hebben met je vrienden! Zij zullen vaak zelfs blij zijn met wat extra eten ;-) En wie weet, vind je toch de moed om iets te proeven, lust je het misschien wel!


zaterdag 21 juli 2012

Willen, maar niet durven

Soms vervloek ik mezelf. Of beter gezegd: soms vervloek ik mijn neofobie. Ik ben er heel zeker van dat anderen dat gevoel met me delen. En het gaat dan vaak niet eens om grote dingen, maar net om die kleine ambetantigheden, die kleine vervelende dingen.

Zo had mijn mama gisteren vis gebakken (ja, ik woon nog steeds thuis) en ik ging haar wat helpen. Tijdens het bakken dacht ik voortdurend: Dat ziet er wel ok uit, ik wil dat wel eens proeven. Toen de tafel gedekt was en het eten klaarstond, kon ik het gewoon niet meer. Ik wilde wel nog, maar ik durfde het niet. Zelfs geen milimetertje vis durfde ik proeven!

Het deed me denken aan een Griekse mythe waarover ik in het middelbaar heb geleerd: de Tantaluskwelling. Tantalus is een kerel die om één of andere reden wordt gestrafd. Zijn straf is niet van de minste: hij moet in een grote plas water staan. "Da's toch niet erg!", hoor ik je denken. Wel, hij moest niet alleen in dat water staan, maar hij mocht er niet aan drinken! Het water kwam tot aan zijn kin, maar als hij zich voorover bukte, zakte het water plots. Boven hem hingen dan ook nog eens heel lekkere vruchten en verschillende soorten fruit. En ook daar mocht die arme Tantalus niet van eten. Probeerde hij de vruchten te pakken, dan waaide een stormwind de takken plots weg.

Wat heeft dit verhaal nu met mij te maken? Soms denk ik dat ik ook met een soort van Tantaluskwelling te maken heb. Ik wil ook wel vanalles proeven en meer leren eten, maar ik "kan" het niet. Nuja, "kan". Ik DURF het niet. En als je iets niet durft, kan je het niet.

Veel mensen die van mijn voedselneofobie weten, zeggen altijd maar "Ge moet dat proberen. Als ge niet probeert, zult ge het ook nooit lusten." Wanneer ik hen dan uitleg dat ik dat wel wil, maar niet durf, volgt het antwoord: "Da's flauw. Ge moet gewoon denken dat ge het kunt of lust en dan durft ge wel proeven." Helaas pindakaas, maar niets in minder waar. Ik heb mezelf al vaak proberen te overtuigen dat ik iets lust, maar voor een voedselneofoob is er een wereldbreed verschil tussen "denken dat je het lust" en "het effectieve (durven) lusten".

Dat was het alweer voor vandaag! Laat gerust een berichtje achter :) Ik wil alleen nog eventjes zeggen dat ik binnenkort waarschijnlijk uitdagingen met mezelf zal aangaan: kleine dingen leren proeven en bepaalde slechte gewoontes opgeven en inruilen voor betere, gezondere gewoontes.

vrijdag 20 juli 2012

Hello, my name is..

Dagen en dagen heeft het geduurd vooraleer ik deze blog durfde opstarten. Ik zit al sinds vorige week met het idee in mijn hoofd dat ik eindelijk toch mijn ervaringen met voedselneofobie (en de problemen die erbij horen) wil neerschrijven, maar ja... Hoe begin je daar aan?

Wel, laat me mijzelf eerst eventjes voorstellen. Mijn naam is Jonne, ik ben 22 jaar en ik ben een zogenaamde "moeilijke eter". Beter gezegd: ik heb voedselneofobie. Dat wil zo veel zeggen als: ik durf (bijna) niets nieuws te proeven.

Ik wilde eigenlijk openen met de zin "Hello, my name is Jonne and I suffer from food neophobia", zo'n typische AA-zin. Ik vind wel dat'ie erbij past. Net zoals een AA'er heb ik een probleem waar ik niet zomaar met iedereen wil en durf over praten. Net zoals een AA'er word ik vaak scheef bekeken door mijn probleem. En net zoals een AA'er heb ik toch nood aan een luisterend oor en een helpende hand.

Wat is voedselneofobie nu eigenlijk?

Voedselneofobie is heel normaal. Bij kleine kinderen dan toch. Het is een bepaalde periode in de ontwikkeling van een kind, waarbij kinderen plots niets meer willen proeven. Wat het kind niet kent, eet het niet, zo simpel is het. Uiteraard geraken de meeste kinderen hierover, maar in sommige gevallen loopt het uit de hand. En dan ontstaat voedselneofobie ofwel "selectieve eetstoornis".

Bij mij ging het ook ongeveer zo. Als ik vraag aan mijn ouders wanneer het is begonnen, zeggen ze: "Vroeger at ge alles, maar van den ene op den andere dag: niks meer!" Ja hoor, groenten, vlees, papjes en hapjes, alles at ik vroeger. Maar plots wilde ik niets meer eten. Zelfs dingen die ik ervoor wel lustte, wilde ik niet meer eten. Ik herinner me nog vaag dat ik vroeger kiwi's at en gek was van groentesoep. Nu moet ik er niets meer van hebben! Ik moet wel zeggen dat het op dit moment al een ietsieminibeetje beter met me gaat. Ik durf nu en dan wel nieuwe dingen proeven, terwijl ik dit vroeger echt nooit gedaan zou hebben.

Dat was het dan voor mijn eerste blog! Jullie zullen me nog wel beter leren kennen doorheen alle posts. Heb je vragen, stel ze dan gerust!